Zo stel je een effectieve scope vast voor eindgebruikers
Wanneer je een nieuwe softwareapplicatie ontwikkelt of een bestaand systeem doorontwikkelt, ligt het voor de hand om zoveel mogelijk wensen van eindgebruikers mee te nemen. Je wilt immers een systeem leveren waar iedereen blij van wordt. Toch is dat in de praktijk zelden realistisch, laat staan verstandig.
 
		
	Elke extra functionaliteit vraagt om tijd, budget en onderhoud. Bovendien sluiten individuele wensen lang niet altijd aan op de bredere doelstellingen van de organisatie of de behoeften van andere gebruikers. In deze blog leggen we uit hoe je een effectieve scope voor je eindgebruikers vaststelt en waarom focus en duidelijke keuzes uiteindelijk zorgen voor een beter product.
De eindgebruiker centraal, maar niet eindeloos
In moderne softwareontwikkeling staat de eindgebruiker centraal. Dat is terecht. Een systeem moet intuïtief zijn, aansluiten bij de dagelijkse praktijk en echte problemen oplossen. Toch betekent “de eindgebruiker centraal stellen” niet dat alles wat gebruikers bedenken automatisch in de scope van een project moet vallen.
Sterker nog: een te brede scope, gestuurd door individuele wensen of uitzonderlijke casussen, leidt vaak tot een log, onoverzichtelijk en moeilijk te onderhouden systeem. De kunst zit in het maken van scherpe keuzes. Een goed doordachte scope biedt juist houvast: het dwingt je om te kiezen voor impactvolle functionaliteit, in plaats van een eindeloze lijst met ‘wat als’-scenario’s.
Waarom een te brede scope funest is
Projecten met een te brede scope zijn gedoemd om uit te lopen qua tijd en budget. Ontwikkelaars verliezen focus, gebruikers worden overweldigd door overbodige opties en het systeem wordt onnodig complex. Bovendien vergroot je de kans op technische schuld: tijdelijke oplossingen of ‘quick fixes’ die later dure gevolgen kunnen hebben. Denk aan workarounds voor uitzonderingen die maanden later niemand meer begrijpt, of functionaliteit die nauwelijks gebruikt wordt, maar wél onderhoud vraagt. Daarom is het belangrijk om al vroeg in het project harde keuzes te maken.
Wat hoort wél in de scope?
Een effectieve scope is niet gebaseerd op wensen, maar op waarde. Bij DataLeaf gebruiken we het KANO-model om features te beoordelen op hun impact op de gebruikerservaring:
Basisbehoeften (Must-be’s)
Dit zijn zaken die gebruikers als vanzelfsprekend beschouwen. Als ze ontbreken, leidt dat tot ontevredenheid. Als ze aanwezig zijn, vallen ze vaak niet eens op.
- Kernprocessen: Richt je op wat gebruikers dagelijks doen. Welke handelingen zijn noodzakelijk om hun werk uit te voeren? Deze functionaliteiten vormen de ruggengraat van je software.
- Bewezen knelpunten: Structurele frustraties vallen in deze categorie. Het oplossen hiervan voorkomt ergernis en levert direct merkbare verbetering op.
Prestatiefactoren (Performance needs)
Deze kenmerken hebben een directe invloed op tevredenheid: hoe beter ze zijn uitgevoerd, hoe meer waardering ze opleveren.
- Gebruiksgemak: Functionaliteit zonder intuïtieve interface mist impact. Denk vanuit de gebruiker: is de flow logisch? Kan iemand zonder uitleg het systeem begrijpen?
- Schaalbaarheid en flexibiliteit: Bouw wat nodig is, maar ontwerp met groei in gedachten. Denk aan modulaire opbouw, API-koppelingen of configurabele componenten.
Aantrekkelijke factoren (Delighters)
Deze features zijn een ‘extraatje’. Ze worden niet verwacht, maar kunnen gebruikers positief verrassen. Het zijn geen vereiste functionaliteiten, maar kunnen in een latere fase onderscheidend zijn.
Wat hoort niet in de scope?
Goede keuzes maken begint niet alleen met focus, maar ook met weglaten. Want wat geen waarde toevoegt, kost vaak meer dan het oplevert. Denk bijvoorbeeld aan:
- Individuele voorkeuren
 Niet elke persoonlijke werkwijze hoeft ondersteund te worden. Richt je op gedeelde behoeften, niet op persoonlijke uitzonderingen.
- Uitzonderingen op uitzonderingen
 Als een situatie zelden voorkomt, is maatwerk vaak niet rendabel en leidt het tot onnodige complexiteit.
- “Misschien ooit”-scenario’s
 Functionaliteit ontwikkelen ‘voor het geval dat’ leidt zelden tot gebruikswaarde en vertraagt de lancering.
- Wat de concurrent doet
 Laat je inspireren, maar kopieer niet klakkeloos. Jouw context vraagt om maatwerk, niet om een replica van een ander systeem.
Werk met persona’s en use cases
Om keuzes te onderbouwen, helpt het om te werken met heldere persona’s en realistische use cases. Doe waar mogelijk ook onderzoek naar behoeftes van je doelgroep om dit beter inzichtelijk te krijgen. Beschrijf wie je gebruikers zijn, wat hun doelen zijn en welke scenario’s zij doorlopen in het systeem. Zo voorkom je dat discussies vervallen in persoonlijke meningen.
Een goed uitgewerkte use case maakt de impact van een functionaliteit tastbaar en helpt bij het stellen van prioriteiten: wat moet er op dag één werken, wat is optioneel en wat kan later? Overweeg ook om een user panel op te starten waarin eindgebruikers actief meedenken en testen zonder dat de scope alle kanten op vliegt.
Betrek eindgebruikers maar stuur op waarde
Bij DataLeaf ontwikkelen we maatwerksoftware die bedrijfsprocessen slimmer en efficiënter maakt. We werken aan AI-trajecten, softwarevernieuwingen en andere oplossingen die organisaties helpen vooruit te bewegen. We geloven dat software pas echt impact heeft als het aansluit op de dagelijkse praktijk van de gebruikers. Laat ze meedenken, meebeslissen waar nodig, en vooral testen. Maar houd als product owner, projectleider of leverancier altijd het grotere plaatje in het vizier: wat voegt écht waarde toe en wat leidt af?
